de z van zitten

  

Ik zit.
Ik zit op een stoel en kijk uit het raam.
Het kost me moeite mijn lichaam rechtop te houden.

Steeds opnieuw
zakt mijn borst in en wordt mijn onderrug bol,
ik hang in mijn lichaam.
Steeds opnieuw
richt ik mezelf op en hoop dat ik daar blijf.
Mijn voeten hangen slap
vanuit mijn onderlichaam naar beneden en
rusten op de vloer.
Tussen mijn voeten op de vloer en mijn buik
voel ik in mijn benen,
een zacht trillen.
Ze lijken te bestaan uit elastiek.

Ik wacht.

Ik wacht tot ik spontaan opsta en
besluit boodschappen te gaan doen.
Zomaar opsta, de twee trappen afloop,
de 100 meter mijn straat uit wandel en d
e supermarkt daar aan het eind betreed.
Gewoon een mandje pak,
mijn lijstje uit de jaszak haal,
stuk voor stuk de spullen opstapel en
naar de kassa draag.

Ik wacht.
Ik wacht.

Ik wacht totdat ik denk dat ik een mandje kan dragen.
Totdat ik weet dat ik de trappen af kan lopen en ook weer op.
Totdat ik het lijstje boodschappen bedenk zonder
halverwege te vergeten waar ik aan dacht.
Totdat ik mezelf kan dragen.

Ik wacht.
Ik wacht.
Ik wacht.

Het zachte trillen in mijn benen houdt aan, wordt sterker.
Of verbeeld ik me dat?
Mijn borst zakt in en ook mijn hoofd gaat hangen.
Mijn rug heeft zich gekromd tot het silhouet
van een oude vrouw.
Als wasgoed hang ik over de stoel
Die voor het raam staat. Waar ik uit kijk.
Uit keek.
Want mijn ogen hebben zich gesloten.
Ze kijken in een diepte die bestaat uit
trillen, kloppen, bonzen, ruisen,
alles door elkaar en tegelijkertijd.

Ik wacht.
Ik wacht.
Ik wacht.
Ik wacht.

Ik wacht terwijl ik in de diepte verblijf.
In de maalstroom van mijn lichaam.
Terwijl ik zoek naar een manier om me op te richten.
Als ik er alleen aan denk zou het kunnen gebeuren.
Als ik denk aan mijn voeten die op de vloer staan
zou ik van de stoel kunnen opstaan.

Ik denk dat ik me beter voel.
Ik wacht tot ik me beter voel.
Ik wacht net zolang totdat het vanzelf gaat.
Ik wacht op de stilte die me dan ineens omringt.
Ik wacht tot ik me opricht.
Ik denk dat ik me opricht.
Ik wacht tot ik me opricht.
Ik denk
Ik voel dat ik me opricht.
Ik lig.
De stoel kijkt naar buiten.

[ ak ]