soms een doodmoe kind

  

Van de schooldag zelf weet ik niet veel meer. Ik was tien en we waren net verhuisd van Groningen naar Handel, een Brabants gehucht. Woonden in een gemeubileerd huis omdat ons nieuwe huis nog niet af was en mijn vader al was begonnen met zijn nieuwe baan in Den Bosch.
Wij waren anders dan de andere kinderen, zoals altijd, en zoals het ook in de toekomst zou blijven.
Na de schooldag sleepte ik mezelf naar huis en plofte op bed. Licht in mijn hoofd, loodzware benen, trillend. Blij dat ik binnen was, in mijn eigen kamertje. Slapen wilde ik.

Zoals het met zoveel herinneringen gaat, twijfel ik aan de echtheid van de herinnering. Sleepte ik mezelf wel naar huis? Ik was een energiek, springerig, zeg maar druk kind. Begon het moe zijn niet pas binnen, in huis. Een huis vol spanning, ruzie. Viel de negatieve energie niet als een muffe, klamme deken op me neer, zodra ik mijn jonge, springerige balletbenen over de drempel zette?

[ ek ]